Dag 1   Amsterdam Vilnius

Ergens tussen drie en vier uur komen we aan bij ons hotel in het centrum van Vilnius. Ieder kan op eigen houtje de stad verkennen en zich geestelijk voorbereiden op een dikke twee weken Goelag. De kathedraal van Vilnius ligt op een steenworp afstand van ons hotel, met daarachter de Gediminasheuvel met gelijknamige toren. Restaurants zijn er te over in Vilnius, misschien heb je zin in Cepelinai: gevulde aardappelknoedels, vaak geserveerd met uitjes of room. Er zijn ook een aantal goede Georgische restaurants.

Dag 2   Vilnius

Vandaag hebben we onze eerste excursie. Deze heeft niet direct met de Goelag te maken, maar schurkt er toch zeker tegenaan: we rijden naar het Grutaspark, een rit van 135 kilometer door de bossen richting Wit-Rusland. Her en der in het park staan standbeelden van prominente Sovjetleiders, die na 1991 in ongenade vielen en bijeengebracht zijn door een excentrieke Litouwse miljonair. Onder de stimulerende noten van Sovjet-marsmuziek wandelen we langs Lenins, Stalins en IJzeren Feliksen (bijnaam van Dzerzjinski, oprichter van de Tsjeka, voorloper van NKVD, KGB eb FSB), en worden we gadegeslagen uit oude wachttorens.

Dag 3   Vilnius - nachttrein Sint-Petersburg

In de ochtend maken we voor het eerst grondig kennis met de methodes van de NKVD in het ‘KGB-Museum’. Ofwel het Museum of Genocide Victims dat recentelijk is omgedoopt in het ‘neutralere’ Museum of Occupations and Freedom Fights. Cellen, luchtplaats, de visitatieruimte, enzovoorts, zijn nog in de staat zoals ze waren toen de KGB in Litouwen (een jaar na de onafhankelijkheid) werd opgeheven en doen je naar adem happen. Gezellig is het niet – wel indrukwekkend.

Aan het eind van de middag nemen we de nachttrein naar Sint-Petersburg, waar we tegen het einde van de volgende ochtend zullen arriveren. Lakens en een handdoekje krijgen we van onze conducteur en conductrice – op de gang bij hun compartimentje staat ook een samovar waar iedereen heet water kan halen voor zijn thee of koffie. Na een uur arriveren we bij de Wit-Russische grens en na de grensformaliteiten rijden we tot kort na middernacht door Belaroes. 

Dag 4   Sint-Petersburg

Vroeg in de middag rijden we de majestueuze stad aan de Neva binnen. In 1703 gesticht door Peter de Grote, naar Hollands voorbeeld. De Nederlandse invloed is vaak pas zichtbaar als je aan de muren krabt, wordt gezegd. Maar de kanalen, het stratenpatroon van het Vasiljevski-Eiland (waar de kaarsrechte kanalen grachten hadden moeten worden) en bijvoorbeeld de spits van de Petrus-en-Paulus kathedraal getuigen direct van Nederlandse betrokkenheid. Petersburg is gebouwd op botten, voegt men er vaak aan toe. Duizenden dwangarbeiders hebben bij ede aanleg het leven gelaten.

Na het inchecken in ons hotel aan de Fontanka, kunnen we genieten van de nog bijna Witte Nachten. U wandelt richting Nevski Prospekt of Hermitage, naar de Neva, of misschien maakt u een rondvaart door de kanalen.

Dag 5   Sint-Petersburg

Vandaag wijden we ons weer aan het thema van de reis. We bezoeken we het Huis met de Fonteinen, waar dichteres Anna Achmatova in de jaren dertig van de twintigste eeuw heeft gewoond. In haar appartement – nu dus een museum – is ze haar beroemde elegie Requiem begonnen, naar aanleiding van de arrestatie van zoon Lev Goemiljov. We horen over het leven van Achmatova en lopen door de kamers van haar woning.

Vervolgens maken we een wandeling door Petersburg met het thema ‘slachtoffers van de repressie’, die eindigt bij de beruchte gevangenis waar Anna dagenlang in de rij stond om te proberen haar zoon een pakketje te overhandigen. Ik had graag een bezoek aan deze ‘Kresty’ (dat al in de tsarentijd als gevangenis dienstdeed) gebracht, in december 2017 is het gebouw echter gesloten en de gevangenis verplaatst naar een modern gebouw buiten de stad. Wel staat er tegenover de oude Kresty aan de Neva een monument voor de slachtoffers van de politieke repressie. 

De tweede helft van de middag hebben we weer vrij. Misschien laat de tijd nog een bezoek aan de Hermitage toe of aan het Russisch Museum.

Dag 6   Sint-Petersburg - Petrozavodsk

Rond het middaguur vertrekken naar Petrozavodsk, waar we tegen de avond aankomen. We kunnen wat rondwandelen in de prettige hoofdstad van de provincie Karelië, gesticht door wie anders dan... Peter de Grote. Vooral aan de boulevard aan het Onegameer is het aangenaam toeven. Uiteraard staat er in Petrozavodsk een standbeeld voor de tsaar, en een standbeeld, nog uiteraarder, voor Lenin. Verrassend dan weer is het monument voor Joeri Andropov, hoofd KGB en opvolger van Brezjnev als partijleider (1982-1984). Het toont een jonge Andropov, die tussen 1940 en 1951 in Karelië werkzaam was. De in mei 2018 onthulde obelisk voor de NKVD/KGB/FSB houdt waarschijnlijk amper verband met Andropov, in de jaren zeventig hoofd van de KGB – althans de tekst op het monument luidt: “Voor de medewerkers van de veiligheidsorganen van Karelië – verdedigers van het vaderland”.

Dag 7   Petrozavodsk - Medvezjegorsk

Ons wacht een intensieve dag en we vertrekken dan ook op tijd naar Medvezjegorsk. Onderweg maken we diverse stops, de eerste na 80 kilometer bij Kivatsj, waar in een prachtige omgeving een waterval zich 11 meter naar beneden stort. De waterval ligt in de rivier Soena, die uitmondt in het Onega-meer. 

Vervolgens rijden we verder richting Medvezjegorsk, een stadje van 14.000 inwoners, eveneens aan het Onega-meer gelegen. Hier zien we het gebouw van de administratie van het Belomorkanal en even buiten de stad bevindt zich Sandarmokh, de plaats waar in 1937-1938 ruim 9.000 mensen zijn geëxecuteerd. Kareliërs, arbeiders aan het Witte Zee Kanaal en ruim 1000 gevangenen uit de Solovki - allen kregen ze een plek in een van de 239 massagraven, in het Russisch ‘broedergraven’ genoemd.  Vervolgens bezoeken we sluis nummer 1 van het Belomorkanal. 

Het Witte Zeekanaal (officieel het Witte Zee-Oostzee Kanaal) verbindt de Oostzee met de Witte Zee, zodat de schepen niet helemaal rondom Scandinavië hoefden te varen om vanuit Leningrad (zoals Sint-Petersburg destijds heette) Archangelsk te bereiken. Het kanaal is 227 kilometer lang en bevat 19 sluizen. Circa 45 kilometer is gegraven, verder loopt het kanaal over bestaande waterwegen en meren. Negentien sluizen helpen de schepen om 70 meter hoogte te overbruggen. In 1933 was het kanaal klaar, in het recordtempo van twintig maanden! Het was een van de grootste successen van het eerste vijfjarenplan (1928-1932) en een waardig voorbeeld van socialistische competitie. Stalin zelf zegende met een vaartocht onder tromgeroffel het kanaal, dat uiteraard Stalinkanaal ging heten.

Tegelijkertijd was de aanleg ervan het eerste grote dwangarbeidersproject van de Sovjet-Unie, naar schatting 150.000 gevangenen – gehuisvest in 9 kampen – hebben met niet veel meer dan beitel, schop en kruiwagen het kanaal gegraven. Sommige van de ingenieurs die het kanaal berekenden en tekenden waren voor de gelegenheid gearresteerd. Een deel van de gevangenen werd aangevoerd vanuit een archipel in de Witte Zee: de Solovetski Eilanden.

Dag 8   Medvezjegorsk - Rabotsjeostrovsk

De eerste stop op weg naar Rabotsjeostrovsk, anderhalf uur en 90 kilometer later, is Segezja. Hier is in het plaatselijk museum een afdeling gewijd aan het Belomorkanal en aan de weg die reeds ten tijde van Peter door gevangenen werd aangelegd tussen het Onegameer en de Witte Zee.

Vervolgens rijden we door naar Belomorsk dat in de Vervolgoorlog (de Finse deelname aan de Tweede Wereldoorlog, als bondgenoot van Duitsland, tegen de Sovjet-Unie) tijdelijk de hoofdstad was van de Karelo-Finse SSR. Van hieruit rijden we naar de 19e en laatste sluis van het Belomorkanal. De nacht brengen we door in Rabotsjeostrovsk, een klein plaatsje waar de haven van Kem ligt.

Dag 9   Rabotsjeostrovsk - Solovetski eilanden

Om acht uur ‘s ochtends stappen we aan boord van het motorschip “Vasily Kosjakov” om naar de archipel van de Solovetski eilanden, kortweg de Solovki genaamd, te varen. Deze uit zes eilanden bestaande archipel in de Witte Zee is beroemd en berucht vanwege zijn rol als ‘moeder van de Goelag’, maar natuurlijk ook vanwege zijn kloosterleven. Tijdens onze overtocht lukt het ons hopelijk een glimp op te vangen van de witte dolfijn, ook wel beloega of witte walvis genoemd. Na een paar uur varen zien we bij helder weer het imposante klooster van Solovetski opdoemen en meren we aan bij de ‘Tamarin’-steiger, de “poort” tot de Solovki. Wij verblijven op het Grote Solovetski Eiland, dat 16 bij 34 kilometer meet. 

Na de lunch bezoeken we het Kremlin van Solovki met het Spaso-Preobrazjenski klooster, in de vertaling het klooster van de Transfiguratie des Heren. Het is een stauropegiaal (=onder direct gezag van de patriarch) klooster. Het kloosterleven op de Solovki begon midden 15e eeuw, toen enkele monniken naar de eilanden kwamen. Van deze tijd dateert ook het klooster. Naast dit grote klooster zijn er nog talloze andere kloosters, vaak kluizenaarskloosters, over de archipel verspreid, sommige zul je tegenkomen op je verkenningstochten. 

We bezoeken ook een kleine expositie over de Goelag en horen hoe het de Solovki verging na 1939 toen het gevangeniswezen werd opgeheven en de archipel overgedragen aan de Noordelijke Vloot. 

Dag 10   Solovetski eilanden

Vanwege zijn afgezonderde ligging en wrede klimaat is de archipel door de eeuwen heen vaak als verbanningsoord gebruikt, te beginnen bij Ivan IV, de Verschrikkelijke, die er afvallige geestelijken heen stuurde. Maar vooral onder het Sovjetregime hebben de Solovetski eilanden een bijzonder duistere tijd gekend, toen in 1923 het Solovetski-strafkamp (SLON) gesticht werd. Duizenden hebben hier tijdens de zware dwangarbeid het leven gelaten. Zwaar werk werd verricht in de houtkap en wegenbouw, “minder zwaar” (vrouwen)werk vond plaats in de turfwinning. Op de Solovki functioneerden o.a. een steenfabriek, leerlooierij, houtzagerij en diverse ondernemingen voor de winning van turf, jodium en voor het verkrijgen van chemische verbindingen uit zeewier. 

Vandaag staan twee excursies op het programma: voor de middag varen we naar het buureiland Zajatski-Eiland waar zich mysterieuze stenen labyrinten bevinden, die waarschijnlijk een rituele functie hadden voor Saami-vissers.

Na de middag zijn we weer bij ons thema terug en maken we een excursie met de titel ‘Geschiedenis van de Goelag 1923-1939’.

Dag 11   Solovetski eilanden

Vandaag bezoeken we het hoogste punt van het eiland: de Sekirnaja-heuvel. Op de top staat de Hemelvaarstkerk en we hebben hier een prachtig uitzicht op de eilanden en op de Witte Zee. Tot het eind van de middag hebben we dan vrije tijd, wellicht kunnen we een fiets huren. Om zeven uur in de avond kiezen wij wederom het ruime sop en laten de Solovki achter ons liggen. Per boot varen we weer naar Rabotsjeostrovsk, waar we zullen ovenachten. Liever blijven we deze nacht nog op de Solovki en gaan pas de volgende dag per boot terug naar Rabotsjeorstrovsk. Daarover zijn we nog in gesprek met de lokale agent.

Dag 12    Rabotsjeostrovsk - nachttrein Vologda

Rabotsjeostrovsk is niet meer dan een doorgangspunt, dat wij gebruiken om de nachttrein naar Vologda te nemen. In de Sovjettijd was het ook voor de gevangenen een ‘transit’: van hieruit werden ze op de boot naar de Solovki gezet. Resten van de pier tot waar de treinrails liep zijn nog altijd zichtbaar. In het naburige Kem staat een fraaie houten kerk uit begin 18e eeuw: de Kathedraal van de Ontslapenis van de Moeder Gods. Als het programma het toelaat zullen we deze bezoeken. In ieder geval nemen we vanuit Kem rond zessen in de namiddag de nachtrein naar Vologda. De eerste 200 kilometer rijdt de trein behoorlijk parallel aan de kust van de Witte Zee. Daarna duikt hij de tajga in... 

Dag 13    Vologda

Omstreeks 13.00 uur arriveren we in Vologda, de in de middeleeuwen gestichte hoofdstad van het district Vologda, gelegen aan de gelijknamige rivier. Met een gids zullen we de stad bezichtigen. Vologda, dat 300.000 inwoners heeft, telt tal van historische gebouwen, waaronder een heus Kremlin, gesticht in 1566 door Ivan IV, bijgenaamd de Verschrikkelijke. De tsaar had Vologda uitgeroepen tot het centrum van de opritsjnina, een territorium binnen Rusland met een eigen politiemacht, dat hem moest steunen in zijn strijd tegen de bojaren, de Russisch aristocratie. De stad kent verder een museum voor kant, en een Museum voor ballingschap, waarin aandacht voor politieke ballingen in het voorrevolutionaire Rusland. Dit museum past in ons thema, zeker omdat de beroemdste banneling hier – in 1912 – Stalin was.

Dag 14    Vologda - nachttrein Perm

Het is echter niet Stalin, maar schrijver Varlam Sjalamov (1907-1982) die ons naar Vologda heeft gelokt. Sjalamov – zoon van een priester – woonde er vanaf zijn geboorte tot 1924, toen hij naar Moskou vertrok. We bezoeken het statige huis waarin hij woonde en dat nu dient als zijn ‘huis-museum’. Zoals we weten bracht hij een aanzienlijk deel van zijn leven in de strafkampen rond Magadan door. Symbool van het museum is dan ook een lariks uit Kolyma – hoe belangrijk dat boompje was blijkt uit de verhalenbundel De opstanding van de lariks in Sjalamovs Berichten uit Kolyma

Tegen vijven nemen we de nachttrein naar Perm, met overstap in Danilov (19.10 uur aankomst, vertrek 20.06 uur). 

Dag 15    Perm

Om 13.36 uur arriveren we in Perm, een stad met een miljoen inwoners net ten westen van de Oeral aan de rivier de Kama. De stad werd gesticht in 1723 door tsaar Peter en van 1940 tot 1957 droeg Perm de naam Molotov, naar de Volkscommissaris van Buitenlandse Zaken onder Stalin. Een van de beroemdste Permelingen (Permezanen?) is Sergej Djagilev, de kleurrijke oprichter van de Ballets Russes die begin 20e eeuw overal in Europa furore maakten. Om een goede indruk van de stad te krijgen maken we onder leiding van een lokale gids een wandeling door het stadscentrum. De avond staat tot ieders vrije beschikking!

Dag 16    Perm, excursie Koetsjino

Vandaag gaan we redelijk vroeg uit de veren voor onze excursie (115 kilometer) naar ITK VS 389/36, ofwel Perm-36, bij het dorpje Koetsjino. Het strafkamp waar vooral aan boskap werd gedaan opende zijn poorten in 1946, nog ten tijde van Stalin dus. Na diens dood zaten hier vooral gevangenen afkomstig uit justitiële kringen hun straf uit. Vanaf 1972 kwamen daar dissidenten bij, andersdenkende politieke gevangenen waarvan er drie ook bij ons bekendheid genieten vanwege hun boeken: Vladimir Boekovski, Anatoli Martsjenko en Natan Sharansky. In 1988 werd het kamp gesloten. Een paar jaar later werd het kamp opengesteld voor bezichtiging, als ‘Gedenkteken (Memorial) voor de slachtoffers van politieke repressie’. Het verkeert nog in de staat van toen, inclusief wachttorens, barakken en prikkeldraad.

Na de uitgebreide bezichtiging van het strafkamp keren we terug naar Perm waar we de avond genoeglijk kunnen doorbrengen in een van de talrijke restaurants.

Dag 17   Perm - Moskou

In de ochtend rijden we naar het vliegveld waar we om 12.25 wegvliegen en om 12.35 in Moskou landen. Nog een middag en avond voor de boeg! Ruim tijd nog dus om het Rode Plein te bezoeken, met de Basilius-kathedraal, en wellicht kan ook het Kremlin zelf nog worden bezocht. Ieder doet dit op eigen houtje. Bij voldoende  belangstelling kan ik nog een tourtje langs de indrukwekkendste metrostations organiseren.

Dag 18   Moskou

Vandaag sluiten we het thema Goelag af met allereerst een bezoek aan de Muur van Verdriet, een monument ter nagedachtenis van de slachtoffers van de Stalinterreur, dat op 30 oktober 2017 – de dag ter herdenking van de slachtoffers van politieke terreur – door Patriarch Kirill en President Poetin is geopend. Daarna zoeken we het op loopafstand gelegen Goelagmuseum (http://www.gmig.ru/), waar we de afgelopen reis resumeren en alvast een voorschot nemen op de reis van volgend jaar: Goelag deel 2.

Het restant van de middag en de avond zijn vrij te besteden. Vergeet niet om de Loebjanka (van de buitenkant) te bekijken: het is nog altijd het hoofdkwartier van de FSB, al staat Dzerzjinski niet meer op zijn sokkel op het Loebjanka-plein, hij was de eerste die eraan ging na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Ongeveer een jaar daarvoor, op 30 oktober 1990, werd vlakbij op het plein een steen geplaatst als monument voor de slachtoffers van de Goelag. De steen was afkomstig uit: Solovki....

Dag 19    Moskou-Amsterdam

En ja, aan al het goede – en aan al het kwade – komt een einde: vroeg in de middag aanvaarden we de thuisvlucht naar Amsterdam. 

Aanbevolen literatuur:

Er zijn honderden boeken geschreven over de Goelag en de strafkampen, fictie en non-fictie. In de tekst hierboven heb ik al een aantal schrijvers genoemd. Hieronder vijf boeken die ik ten zeerste aanbeveel. Het Requiem van Anna Achmatova zal ik te zijner tijd aan de deelnemers mailen, samen met een artikel dat ik ooit heb geschreven over de meest beruchte kampbewoners: de urki ofwel de dieven in de wet

Dit is mijn lijstje:

- Varlaam Sjalamov: Verhalen uit Kolyma

- Alexander Solzjenitsyn: Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj

- Olivier Rolin: De weerman

- Anne Applebaum: Goelag

- Sergej Dovlatov: Het kamp