Dag 1 Amsterdam - N’Djamena
Je vliegt met Air France naar N’Djamena, en daar heb je de hele dag voor nodig. Bij aankomst word je opgewacht door het lokale team, en ga je naar het hotel in het centrum van de stad. Daar kan je eventueel nog iets eten of drinken, al is het dan al laat. Komend uit een waarschijnlijk nat en kil Nederland valt de warmte hier meteen als een warme deken over je heen.
Dag 2 N’Djamena
We nemen een dag de tijd om even te acclimatiseren in N’Djamena, waar we ook nog wat formaliteiten moeten regelen. ‘s Ochtends bij het ontbijt zie pas echt waar je beland bent, en N’Djamena is echt Afrika. Omdat je in het centrum van de stad zit, kan je ook gemakkelijk een bezoek brengen aan de kleurrijke centrale markt. En omdat het ooit (1902-1960) een Franse kolonie was kan je hier behalve met Arabisch ook goed terecht met het Frans.
Dag 3 N'Djamena - Dougoul
Na het ontbijt ga je op weg naar Dougoul. Kennismaking dus ook met de crew, bestaande uit ervaren woestijnchauffeurs, de lokale Engelssprekende gids en de kok. Die kan ’s avonds meteen zijn kunsten tonen, want dit wordt direct ook de eerste van vele kampeernachten deze reis.
De rit duurt ongeveer een uur of vier, en voert je onder andere langs lemen dorpen die bevolkt worden door Peul en Shuwa, twee lokale stammen. Het kampement slaan we aan het eind van de middag op even buiten Dougoul.
De lokale agent zorgt voor de tenten en de matrassen, je neemt wel je eigen slaapzak mee. Uiteraard kan de crew de eerste avond helpen met het opzetten van de tenten, maar de bedoeling is dat je dat verder gezamenlijk zelf gaat doen. Tot de uitrusting die meegaat horen ook een kampeertafel en eenvoudige kampeerstoelen en natuurlijk een veldkeuken, met alles erop en eraan.
Dag 4 Dougoul - Olango Moussuro - Kouba Olanga
Bij het krieken van de dag wordt er rustig ontbeten, en vervolgens begint de eerste echt lange reisdag, een uur of negen onderweg. De eerste stop van de dag is in Moussuro, waar we stoppen om benzine en laatste voorraden in te slaan. Ook melden we ons bij de lokale autoriteiten, een belangrijke zak op een reis als deze. Ondertussen heb je ook gelegenheid om even rond te neuzen in dit kleine Sahelstadje.
Daarna een lange rit die ons voert naar de rand van de Sahara, dus het echte woestijngebied. Aan het eind van de middag strijken we neer bij Kouba Oulanga, waar we onze tenten op slaan, en waarvandaan we morgen echt de woestijn in gaan reizen.
Dag 5 Kouba Olanga - Faya Largeau
Na het ontbijt ga je weer op pad. Ook vandaag weer een lange reisdag, van acht tot negen uur.
De ruige woestijn verandert ieder moment van aanzicht. Dit is het gebied waar je meer en meer kamelen tegenkomt, vaak grote kuddes. Ook kan je met een beetje geluk hier of daar een groep Tsjadische gazellen tegenkomen. Ook kom je af en toe groepjes nomaden tegen, die meestal op weg zijn naar lokale waterbronnen voor hun vee.
Aan het eind van de dag strijken we neer in de buurt van Faya Largeau en slaan daar weer ons kamp op. Slapen kan in je tent, maar ook direct onder de magnifieke sterrenhemel als je dat wilt.
Dag 6 Faya Largeau
Na het ontbijt rijd je naar het stadje Faya Largeau. Faya is de oorspronkelijke naam van de stad, en Largeau een toevoeging door de Fransen: het was ene Etienne Largeau, die in 1913 deze plaats onder Frans gezag bracht. Het is een mythisch oasestadje, omringd door 70 kilometer aan dadelpalmbomen en daarbuiten de immense woestijn.
Er is behoorlijk veel water in deze regio, zodanig dat iedere familie in Faya (van de Toubou- en de Kamadja-stammen) zijn eigen bron heeft. We bezoeken een lokaal huis waar we onze spullen voor de dag opslaan, en waar je ook een douche kunt nemen. Daar ben je vast aan toe na de eerste drie reisdagen. Vandaag verkennen we dus Faya en de nabije omgeving, met zijn indrukwekkende rotsformaties met bijzondere kleuren, structuren en rotsschilderingen.
In de loop van de middag of in de avond bezoek je wellicht ook de lokale bar, die, ondanks dat Faya echt een Islamitische stad is, koud bier serveert. Die bar is dan ook van iemand van de Sara-stam: een christelijke stam uit het zuiden…
Slapen doen we weer in ons eigen kampement.
Dag 7 Faya Largeau - Ounianga Kebir
Na het ontbijt weer en route, een rit van ongeveer acht uur, naar de Ennedi-woesijn. Het landschap veranderd weer en voor het eerst kom je nu echt grote zandduinen tegen. Ook kom je door een gebied waar je sporen van de oorlog tegen Libië uit de jaren ’70 tegen komt, in de vorm van tanks en ander oorlogstuig.
Halverwege stop je in een caravaandorpje, waar ook lokale herders heenkomen, omdat er waterbronnen zijn. Na deze stop vervolg je je weg naar Ounianga Kebir. Dit is het eerste oasedorp, dat in de regio van de Ennedi-woestijn ligt. Ounianga Kebir betekent in het Arabisch ‘het Grote Ounianga Meer’, en dat is ook waar we onze tenten gaan opslaan. Het blauwe meer wordt omringd door palmbomen en steile oranjegele duinen die in het zó het meer lijken te duiken. Een bijzonder indrukwekkend gezicht.
Dag 8 & 9 Ounianga Kebir - Ounianga Serir
Na het ontbijt gaan we de regio van de Ounianga-meren verder verkennen. De meren zijn tamelijk uniek in de wereld, omdat ze zo verlaten in de droge woestijn liggen. N’Djamena is inmiddels zo’n 1300 kilometer achter ons. Er zijn vijf meren, waarvan enkele zoetwater hebben en enkele zoutwater.
Ounianga Kebir - de naam zegt het al - is de grootste van de twee Ounianga meren. Zo’n veertig kilometer verderop ligt het Ounianga Serir, oftewel, je raadt het al, het Kleine Ounianga Meer.
Het allergrootste meer echter in dit gebied is Yoan: het is zo’n vier km2 groot en maar liefst 25 meter diep. Het meer wordt gedomineerd door de gerodeerde restanten van een Ottomaans fort dat boven op een klif is uitgehakt. Dit was ooit een machtig steunpunt van de Ottomanen.
Er zijn blauwe, groene en rode meren, omringd door zand dan wel vulkanische rotsen. We blijven twee dagen in dit gebied om alles uitgebreid en op ons gemak te kunnen bekijken. En misschien ook wel even te zwemmen. Ook kom je hier vast en zeker in contact met de lokale bevolking van Ouninaga Serir, waar we deze nachten doorbrengen.
Dit is absoluut het allermooiste deel van de Ennedi-woestijn, vandaar dat we er ook de tijd voor nemen!
Dag 10 Ounianga Serir - Fada
Na het ontbijt rijden we nog even langs Kebir om te tanken en de auto’s te checken, maar dan gaan we weer op weg, ongeveer zes uur rijden, richting Fada, de hoofdstad van de Ennedi. Onderweg maken we korte stops in kleine oases, waar de zoutkaravanen zich ook verzamelen voor een pauze, en om vers water in te nemen. Een van de meest indrukwekkende routes van deze reis, met spectaculaire zandduinen ook. Aan het eind van de middag sla je op een mooie plek weer je kamp op.
Dag 11 Fada
Na het ontbijt rijden we de laatste kilometers naar Fada, een uurtje. Bij aankomst in de stad melden we ons eerst bij de autoriteiten: omdat hier weinig toerisme is, is dat niet onbelangrijk. We zijn hier in een van de meest afgelegen gebieden van Tsjaad. Na een korte pauze rijden we verder, zo’n twee uur, naar Archei, een gebied met indrukwekkende en weinig bekende rotsschilderingen. Daar in de buurt kamperen we ook.
Dag 12 Fada - Guelta d'Archei
Na het ontbijt rijden we in twee uur tijd naar de Guelta d’Archei. Hier overleven ook de laatste van de Sahara-krokodillen, al is maar de vraag of we deze prehistorische dieren daadwerkelijk gaan zien…ze herinneren aan tijden dat het hier groener en natter was, en rijk aan dieren en planten, lang vervlogen tijden.
De Guelta d’Archei is een van de hoogtepunten van de reis. Het Ennedi-plateau wordt hier doorsneden door een labyrint van kloven en zandstenen kliffen, afgewisseld met bizarre rotsformaties en zandduinen. We slaan ons kamp op en verkennen van daaruit de fascinerende natuurlijke omgeving.
Dag 13 Guelta d'Archei - Oum Chalouba - Arada
Na het ontbijt rijden we in zo’n zes uur tijd naar het stadje Chalouba, waar we weer eten en benzine zullen inslaan. Zoals al dit soort stadjes is er altijd wel ergens een door een zuidelijke christen gerund barretje, waar je een biertje kunt krijgen. Opgefrist rijden we daarna nog een klein stukje verder om ons kamp op te slaan in de buurt van Arada, langs de route naar Biltine.
Dag 14 Arada - Biltine - Ouara - Abéché
Biltine is de eerste stop vandaag, een klein rustig stadje omringd door bergen van graniet. Dan rijden we door naar Ouara (Ouar betekend zoiets als ‘ontoegankelijk’), een plaats die al in 1635 gesticht werd door Abd-al Karim, de zoon van Yame, de leider van de Dschalidja-stam.
We gaan kamperen in de buurt van de ruïnes van het oude sultanaat Ouaddaï. De ruïnes werden halverwege negentiende eeuw verlaten vanwege de droogte. Het sultanaat verplaatste zich naar Abéché, hoewel de troonsbestijging van de sultans nog altijd bleven plaatsvinden in Ouara, bij de berg Treva.
Hierna rijden we door naar Abéché, totale reistijd vandaag zo’n zes uur. Abéché is de vierde stad van Tsjaad. Hoewel de modern tijd hier zeker ook toeslaat, houdt de stad iets van zijn oude sfeer, met zijn met zand overstoven straten vol water dragende ezels, kamelen en vrouwen die grote manden met uien en tomaten op hun hoofd dragen. De vrouwen bedekken hun gezicht met de sluier als vreemden hen aankijken, en mannen met witte tulbanden fietsen rond op fietsen zonder rem of bel…
Abéché heeft een rijke geschiedenis en het is dan ook een genot om door de straten te zwerven hier. Een reis in de tijd lijkt het wel. Op de kamelenmarkt kan je kamelenvlees proeven als je wilt, terwijl de oproep tot gebed door de straten rolt. En mocht de huidige sultan in zijn paleis zijn, dan zullen we hem daar begroeten.
Voor het eerst sinds tijden heb je weer eens een hotel, en dat betekent natuurlijk ook weer eens douchen.
Dag 15 Abéché - Mongo - Tersef
Een lange reisdag weer, zo’n negen uur, nu we het einde van de reis naderen. We gaan dus weer richting N’Djamena. Rond lunchtijd zijn we in Mongo en daarna komen we op de nieuwe weg naar N’Djamena. Het voelt als terugkeren in de bewoonde wereld, ook omdat deze streken veel dichter bevolkt zijn dan de gebieden die we achter ons laten. Hier wonen ook diverse stammen door elkaar. Dat zullen we ook zien als we af en toe bij een markt of in een dorpje onderweg zullen stoppen.
Onze laatste keer tenten opslaan doen we in de omgeving van Tersef.
Dag 16 Tersef - N'Djamena, vlucht Amsterdam
Na een laatste woestijnontbijt rijden we nog zo’n drie uur naar N’Djamena. Daar hebben we zeker nog tijd om de nijverheidsmarkt en andere interessante plekken te bezoeken. Vrije tijd om nog even rond te zwerven en de laatste teugen Afrika op te snuiven. Na een laatste avondmaal, aan het eind van de avond, rijden we naar het vliegveld, waarvandaan de vlucht - zoals het er nu uitziet - even na middernacht zal vertrekken.
Dag 17 aankomst Amsterdam