Dag 1  Amsterdam - Bishkek (Kirgizstan)


De eerste dag van je reis gaat op aan vliegen. Omdat je tegen de tijd in reist ben je de dag zo kwijt. Pas ver na middernacht lokale tijd kom je aan in Bishkek.


Dag 2  Bishkek


Om die reden is de eerste dag in Kirgizstan een vrije dag. Zo kan je zelf uitmaken of je wilt uitslapen, of meteen de paden op, de lanen in. 


Écht kosmopolitisch is Bishkek natuurlijk niet, maar de aanwezigheid van ambassades en buitenlandse NGO’s zorgen ervoor dat er een redelijke expatcommunity is, en er dus ook goede restaurants en dergelijke zijn. 


Centraal in de stad ligt het grote kale Ala-Too-plein, vroeger het Leninplein. Het grote Leninstandbeeld is in 2003 verplaatst naar de achterkant van het grote Historisch Museum, dat een interessante mix biedt van een sovjet- en postsovjetgeschiedenis. Een ander museum is het stoffige Museum van de Schone Kunsten, en het aan de vroegere naamgever van de stad gewijde Frunze huis-museum. Mikhail Vasilevitch Frunze een van de steunpilaren van de Russische revolutie, en speelde een grote rol in het onderwerpen van Centraal-Azië. Hij nam uiteindelijk de rol van Trotsky over als oorlogscommissaris van de communistische partij. Ook Frunze viel uiteindelijk ten slachtoffer aan Stalin’s paranoia, en stierf, volgens officiële opgave bij een buikoperatie, in 1925. Een jaar later kreeg zijn geboortestad zijn naam, tot in 1991, toen de stad zijn oorspronkelijke naam Bishkek weer aannam.


Dag 3  Bishkek – Kochkor


Vandaag doe je wat veel Kirgiezen ook doen in de zomer: de drukke en warme stad verlaten en de relatieve koelte opzoeken van de hoogvlaktes. Voor de Kirgiezen is dit een eeuwenoud instinct. Voor je daar aankomt overnacht je in Kochkor.


Je zult hier overnachten bij mensen thuis, in een homestay van de CBT-organisatie. In dit dorp zijn er diverse families bij betrokken, en zijn er per huis soms maar een paar kamers beschikbaar. Daarom kan het voorkomen dat we de groep over meerdere huizen moeten verdelen, of dat het zo uitkomt dat er een keer drie deelnemers een kamer moeten delen. Flexibiliteit is dus vereist. Houd er ook rekening mee dat je sanitair zult moeten delen. ’s Middags kan je op je gemak het dorp verder verkennen. ’s Avonds eet je ‘thuis’ – dat is bij alle CBT-accommodaties inbegrepen. Eten wat de pot schaft dus: ideaal om de lokale keuken te leren kennen.


's Avonds verken je in alle rust het dorpje. Vanwege de centrale ligging is er in Kochkor een naar Kirgizische begrippen grote en drukke bazaar.


Dag 4  Kochkor – Son Kul


Vandaag verlaat je de gebaande wegen, en kom je aan bij het Son Kul. Dit verstilde meer ligt midden in een zeer uitgestrekte hoogvlakte, de jailoo.


Onderweg maak je kennis met het leven van de nomaden op de grazige hoogvlaktes, waar zij nog vaak in yurts leven met hun paarden, geiten en schapen. De nomaden leven van hetgeen hun vee hen levert. Specialiteit van het land is koemis, gefermenteerde merriemelk. Een andere specialiteit, die je veel veelvuldig zult zien is de productie van kleurrijke vilten tapijten. 


Via pistes kom je in het hartland van Kirgizstan terecht. Hier, op grote hoogte, iets boven de 3000 meter, ligt het fraaie Son Kulmeer, dat omringd wordt door rollende graslanden, met heir en daar nomaden en hun yurts. Zelf ga je hier ook in een yurt overnachten, zij het niet bij een lokale familie, maar in een soort van guesthouse-achtige setting. Ook deze worden beheerd door de CBT-organisatie.


Lekker wandelen, omgeving verkennen. Wie wil kan vast wel ergens in de buurt paarden huren om een stukje te rijden. Overigens dient wel gezegd te zijn dat je niet aan de oevers van het Son Kul staat: die zijn meestal erg modderig, en dat is ook de reden dat je niet zo makkelijk ín het meer komt, mocht je willen gaan zwemmen.


Zoals alle avonden bereid de kok ’s avonds weer een prima maaltijd, en geniet je van de stilte en de fraaie sterrenhemel.


Dag 5  Son Kul – Tash Rabat


Vanuit Son Kul rijdt je verder richting Chinese grens. Laatste halte voor je die bereikt is Tash Rabat. Hier tref je een oude karavanserai aan, waar je in de buurt van zult overnachten in yurts. Je hebt hier prachtig uitzicht op besneeuwde bergtoppen om je heen.


Dag 6  Tash Rabat - Kashgar (China)


Vandaag vertrek je al vroeg om op tijd aan de grens te zijn. Nog steeds heb je een speciale permit nodig om hier de grens te mogen oversteken, die we uiteraard voor je geregeld hebben. De grensformalitieten zullen einge tijd in beslag nemen, en uiteindelijk zal je ook overstappen: een chinese (mini)bus staat op je te wachten om je naar Kashagr te brengen, het oude kruispunt van de noordelijke en de zuidelijke zijderoute.


Dag 7  Kashgar


Kashgar is de uiterste westhoek van China. Beijing ligt 4000 kilometer verderop. Het voelt ook aan als een buitenpost. Meer dan in Ürümqi wordt de stad ook nog bewoond door Oeigoeren, Turkstalige moslims. Evengoed moeten hier ook steeds vaker oude wijken plaats maken voor nieuwbouw volgens standaard Chinees stramien. En ook hier vestigen zich steeds meer Han-Chinezen.


Maar de oude stad is nog herkenbaar. Te midden van de bazaars ligt de grote moskee, de monumentale Id Kah moskee. Een goede plek om te zijn als de moskee uitgaat, en oude Oeigoeren neerstrijken bij de theehuizen en shashliks bestellen bij een van de vele grilstalletjes. De omliggende bazaars zijn natuurlijk de plek om traditionele kelims te kopen, sierraden of fraaie Oeigoerse hoofddeksels of bontmutsen.


Even buiten het centrum ligt de 17-de eeuwse tombe van Abakh Hoja, met zijn blauwwitte mozaïeken, en fraaie groene koepel. Dit is een van de fraaiste monumenten van Kashgar.


Dag 8  Kashgar, zondagmarkt


Misschien heeft de zondagsmarkt van Kashgar niet meer de intensiteit van een aantal jaar geleden, nog steeds is het een trefpunt van handelaren en boeren uit de wijde omtrek. Als je ergens nog het gevoel van de oude zijderoute met al zijn handel en wandel wilt tgenkomen, dan hier. Er wordt gehandeld in alles wat los en vast zit, en je zult hier veel kleurrijke Oeigoeren ontmoeten, en Kirgiezen, Tadzjieken en Oezbeken. Een dag om alles op je gemak mee te maken en op je in te laten werken. Lunchen op straat met shashliks en groene thee!


Dag 9  Kashgar - Kuqa


Rond de middag stap je op de trein, die oostwaarts gaat en de lijn van de oude noordelijke zijderoute volgt. In de avond kom je aan in Kuqa, ook een oude stad aan de zijderoute natuurlijk. Kuqa is een kleine stad, met en grote geschiedenis. Hij wordt nog steeds hoofdzakelijk door Oeigoeren bewoont. In de oudheid heette de omgeving het land van de juwelen.


In de vierde eeuw was dit een van de eerste plekken waar het boeddhisme voet aan de grond kreeg in China, met dank aan de Chinese monnik Kumara-jiva.


Tot de negende eeuw bloeide het boeddhisme volop, en werden hier, en in de wijde omgeving vele schitterende kloosters gebouwd. Dit tijdperk liep ten einde met de komst van de islam. De stad van nu wordt gekenmerkt door een levendige bazaar rondom de grote moskee, met zijn groen koepels.


Dag 10  Kuqa, excursie 1000 Boeddha-grotten


Vandaag maak je een excursie om de restanten van het boeddhistische tijdperk te bekijken. Je bezoekt daarbij de 1000 Boeddha-grotten van Kizil. Begin twintigste eeuw, toen er een archeologische wedren plaatsvond naar oude boeddhistische schatten in deze regio, werden deze grotten ontdekt door de Duitse archeoloog Albert von le Coq. Zijn team wist een groot deel van de fresco’s uit de grotten te hakken, en naar Duitsland af te voeren., zoals toen te doen gebruikelijk was. Eeuwig zonde natuurlijk. Evengoed is het nu nog een interessante plaats om te bezoeken, al zijn er maar weinig freco’s over. 


En route maak je ook een stop bij het Subashi kloostercomplex. Hier vind je de restanten van pagode’s en tempels, met hier en daar nog schilderingen. Het is een sfeervolle plaats, die wordt omarmd door desolate roze en zwarte bergruggen. 


Dag 11  Kuqa - Turpan


Met de bus gaat de reis verder. We hebben bewust voor de bus gekozen voor dit traject, niet de trein, opdat je meer meekrijgt van de route, en her en der stops kunt maken. Een lange reisdag, maar een die wezenlijk bijdraagt aan het gevoel van reizen langs de zijderoute. 


Tegen de avond duik je de depressie van Turpan in, gelegen op 80 tot 155 meter onder de zeespiegel. Een groen en aangenaam gebied, na al die kale bergen van de afgelopen dagen.  Belangrijkste landbouwactiviteit hier is de druiventeelt. Bijna iedere familie hier leeft daarvan. 's Zomers kan het hier ongenadig heet zijn, en 's winters bitter koud. Goed dus dat we er precies in het tussenseizoen zijn.


Al gauw strijk je neer in je comfortabele en gezellige hotel, en gaat de stad verkennen. De stad is aangenaam en schaduwrijk. Ze wordt bewoond door een nog grotendeels Oeigoerse bevolking. Er is een bescheiden museum en ook de bazaar is bescheiden van omvang. Het is de gastvrijheid van de bevolking die je verblijf hier zo aangenaam maakt. Voor wie wil is het mogelijk om een ezelkar te huren en aan het eind van de middag een tochtje te maken door het platteland net buiten de stad, over stoffige weggetjes, door wijngaarden, schaduwrijke populieren, kleine riviertjes en wat dies meer zij. 


's Avonds kan je in Turpan genieten van een uitgebreide keuze van Oeigoerse gerechten, als kebab en laghman, met gedroogde vruchten en een fles lokale enigszins zoete rode wijn


Dag 12  Turpan


Vandaag ga je Turpan en zijn omgeving verkennen. Zo breng je een bezoek aan de ruines van het oude Gaochang, zoals Turpan heette in zijn bloeiperiode ten tijde van de Han-dynastie. Een andere plek staat bekend als de Vlammende Bergen, bekend uit het beroemde Chinese epos De reis naar het Westen. De naam is ontleent aan de specifieke vorm van de roze zandstenen bergen.


De Beziklik grotten, waren ooit ook boeddhistische kloosters, maar ook hier kwam Albert von le Coq langs om het merendeel van de fresco’s naar Berlijn te verschepen. De locatie is nog steeds prachtig, gelegen nabij de Vlammende Bergen, aan een rivierbedding en geflankeerd door oranje zandduinen.


Typerend voor het huidige China heeft men hier vlak voor de grotten een themapark aangelegd met meer dan manshoge beeltenissen uit de eerder genoemde Reis naar het Westen.


Dag 13  Turpan - Liuyuan 


Vandaag kan je realxen in de stad en de omgeving, of deelnemen aan een bezoek aan meer oudheden. Jiaohe was net als Gaochang een oude nederzetting, een oude zijderoutestad, die bloeide in de boeddhistische periode. Nu is alles tot ruines vervallen, mar je kunt het stratenpatroon en de functies van de gebouwen zeker nog herekennen. Aansluitend breng je (alleen in de reizen die hier van juli tot september komen) ook nog de Druivenvallei, een rijke oase vol met allerlei soorten fruit. 


Laat op de avond laat je de stad achter je en rijdt naar het treinstation. Een nachttrein brengt je naar Liuyuan, waarvandaan je naar het laatste hoogtepunt van deze reis gaat: Dunhuang.


Dag 14  Liuyuan - Dunhuang


Van Liuyuan, het dichtstbijzijnde station bij Dunhuang, is het nog twee uurtjes rijden naar de stad, die het oostelijkste puntje markeert van wat eens Oost-Turkestan was. Het vormt bijna letterlijk de rand van de woestijn, want vanuit het centrum zie je buiten de stad de zandduinen oprijzen. Dat zorgt nog wel eens voor een zandstorm. Het stadje zelf is aangenaam, en is van alle gemakken voorzien, in die zin dat er volop restaurantjes en hotels zijn. Die danken hun bestaan vooral aan de beroemde grotten van Mogao, die morgen op het programma staan.


Het museum van Dunhuang is niet heel spectaculair, maar je kunt er er wel een paar schriftrollen zien, een paar die overgebleven na het bezoek van Sir Aurel Stein aan Dunhuang aan het begin van de vorige eeuw. Ook hij was net als Hedin en Von le Coq op zoek naar de schatten van het verloren boeddhistische rijk, en hij vond ze hier bij Dunhuang. Hij wist de boeddhistische bewaker van de grotten buiten de stad over te halen grote hoeveelheden schriftrollen aan hem over te dragen, die al die eeuwen hier in de grotten beschermd en bewaard waren.


's Avonds is er een grote nachtmarkt, Shazhou, waar je heerlijk en goedkoop kunt eten, en niet alleen Oeigoers maar ook Chinees uit alle windstreken. Op de markt zijn ook allerlei producten uit alle windhoeken van China te koop. En voor wie dat wil is het ook mogelijk een uur durende regionale dansvoorstelling bij te wonen in het Dunhuang theater.


Dag 15  Dunhuang, excursie Mogao grotten en het meer van de Wassende Maan


Vandaag stort je je voor het laatst in de boeddhistische geschiedenis West-China. De tempels van Dunhuang zouden al rond 366 na Chr. gesticht zijn door een boeddhistische monnik met de naam Lie Zun. Dat betekent dat dit de eerste boeddhistische tempels van China waren. Tot en met de veertiende eeuw was Dunhuang dan ook het belangrijkste culturele boeddhistische centrum aan de zijderoute. Gedurende duizend jaar werden duizenden grotten in de omgeving ingericht als boeddhistische tempels en veelal voorzien van prachtige fresco's. Van die grotten zijn er nog ongeveer 600 als zodanig herkenbaar.


Het Mogao grottencomplex was dus het hart van de Chinese boeddhistische cultuur en leer. De centrale ligging van Dunhuang op de zijderoute speelde daarbij een belangrijke rol. De tempelbouw trok de beste handwerkslieden van heinde en verre aan, en droeg bij aan de welstand van de stad. Dunhuang beleefde ten tijde van de Tangdynastie zijn hoogtepunt. Daarna, toen de zeeroutes belangrijker werden dan de zijderoute, nam ook gestaag het belang van Dunhuang af. Uiteindelijk werden in de veertiende eeuw de grotten afgesloten, verzegeld en verlaten. de grotten van Mogao verdwenen in de vergetelheid.


Rond 1900 echter was er een zwervende monnik, Wang Yuan Lu, die op zijn reizen toevalligerwijs op de grotten stuitte en er direct het belang van inzag. Hij begon eigenhandig met de eerste opgravingen. Hij ontdeed de grotten van al het zand, legde tuinen aan, zorgde dat de grotten verlicht werden en bouwde een guesthouse om geïnteresseerden te ontvangen. Op een goed moment trof hij in een geheime kamer als klap op de vuurpijl een enorme collectie manuscripten aan en schilderijen op zijde. De collectie had duizend jaar verborgen gelegen. De locale autoriteiten besloten al snel de manuscripten weer achter slot en grendel te verbergen. 


Zeven jaar later kwam de van oorsprong Hongaarse, maar voor de Engelse geheime dienst werkende, ontdekkingsreiziger Aurel Stein aan in Dunhuang. Hij kreeg bewaarder Wang al gauw zo ver om voor hem de weggeborgen manuscripten te tonen. Aurel Stein zag direct de enorme waarde van de collectie, met geschriften in het Sanskrit, Sogdisch, Tibettaans, Runisch, Chinees, Oeigoers en nog meer. Er waren zelfs teksten bij van de eerste monniken die hier uit India waren neergestreken. En natuurlijk de op zijde en papier gemaakte schilderijen uit de tijd van de Tangdynastie, die ook uniek waren. Voor een habbekrats kocht Stein uiteindelijk van Wang zo'n zeven duizend manuscripten en vijf honderd schilderijen. Een jaar later kocht de Fransman PaulPelliot nog bijna net zo'n grote hoeveelheid. Vandaar dat ter plekke bijna geen manuscripten te bewonderen zijn - vrijwel alles ligt in het British Museum en in het Louvre!


In tegenstelling tot de Kizil 1000 Boeddhagrotten nabij Kuqa, bleven de beelden en de fresco's hier gelukkig grotendeels gespaard. En wie weet wat er met de manuscripten zou zijn gebeurd als ze niet weggevoerd waren, in de woelige geschiedenis van het twintigste-eeuwse China...


Als je de grotten gaat bezoeken zijn er altijd tussen de twintig en de dertig open, bij toerbeurt, om ze enigszins de slijtage van te druk bezoek te besparen. De standaard lay-out was een centraal opgestelde grote boeddha, veelal omringd door talrijke andere kleine boeddha’s. De muren waren van oudsher beschilderd, maar daar is veel van verloren gegaan. Het is als het bezoek aan de Vallei der Koningen in Luxor in Egypte: je moet een keuze maken welke grotten je bezoekt, en iedere grot biedt een variatie op een gezamenlijk thema. Een gids zal trachten uit te leggen hoe de kunst zich in de loop der eeuwen ontwikkelde, en welke vaak ook buitenlandse invloeden er op in werkten.


Aan het eind van de dag breng je nog een bezoek aan de Zingende Zandduinen en het meer van de Wassende Maan. Echt een toeristische trekpleister, maar evengoed mooi, want de zandduinen rijzen 200 tot 300 meter hoog op, en het meer is ondanks alle omringende droogte minimaal 200 jaar niet drooggevallen, althans zo'n oude beschrijvingen zijn er van bekend.


Dag 16 Dunhuang - Jiayuguan - Lanzhou


De ochtend heb je nog even de tijd in Dunhuang maar daarna begint de laatste etappe van de reis. 


Bij Jiayuguan ga je vandaag nog een bezoek brengen aan de westelijkste punt van wat ooit de Grote Chinese Muur was. Dit punt wordt gemarkeerd door de restanten van een groot fort, dat dramatisch in het verlaten landschap ligt met op de achtergrond vaak besneeuwde bergtoppen. Aan deze kant is er niet zo veel meer van de Muur over, maar het besef dat de muur pas dik 5000 kilometer verderop eindigt is toch indrukwekkend.


In de vroege avond pak je de nachttrein naar Lanzhou.


Dag 17  Lanzhou - Bingling Si grotten - Xiahe


’s Ochtends vroeg kom je aan in Lanzhou. Na veel plekken gezien te hebben die met de geschiedenis van het boeddhisme in China, is het tijd om ook nog even een stukje levend boeddhisme mee te maken. Dat zal in Xiahe zijn. 


Eerst maak je nog een stop bij de grotten van Bigling Si, spectaculair gelegen aan de bovenloop van de Gele Rivier, en met enkele zeer vroege boeddhistische schilderingen. Om er te komen moet je ook een klein stukje varen met de boot. 


Na dit bezoek rijd je door naar Xiahe. Dit stadje dankt zijnbestaan volledig an het beroemde Labrang klooster. Het complex wordt, zoals altijd omringd door een rondweg die gemarkeerd wordt eeen eindeloze rij bidwielen. Pelgrims lopen met de klok mee om het klooster, en geven ieder wiel een zetje. Een meditatieve bezigheid, die je ook zelf kunt ervaren. Het klooster wordt geleid door de Jiemuyang, ofwel e levende booeddha, en de derdeTibettaanse boeddhistische leder na de Dalai Lama en de Panchen Lama.


Dag 18 Xiahe


Een volle dag om te genieten van het leven en de devotie rond het klosster van Xiahe, en de weidse omgeving.


Dag 19  Xiahe - Xi'an


De reis gaat verder naar Xi’an. 


In Xi’an kom je dan eindelijk pas echt aan in het hartland van China. Een klassieke stad, die eeuwen lang ook als keizersstad fungeerde, grofweg van 1000 voor chr. tot 1000 na chr. In het midden van deze periode, ten tijde van de Handynastie, ontstond van hieruit de handelsroute die later bekend werd als de zijderoute. Langs deze weg vond Chinese zijde zijn weg tot aan het hof van de Romeinse keizers. Maar niet alleen dat: de zijderoute is een verzamelnaam van allerlei handelswegen, en handel in de meest uiteenlopende zaken, die plaats vond tussen oost en west. Xi’ an en de Handynastie dankten er hun enorme welvaart aan. De Hankeizers bouwden hier een volledig nieuwe stad, Chang’an, Eeuwige vrede, een showcase voor hun enorme macht. Zoals dat echter gaat kwam ook aan hun macht een eind, en Chang’an, inclusief zijn 17 kilometer ln de stadswallen en zijn 12 imposante stadspoorten, werden gewoon met de grond gelijk gemaakt.


Dag 20  Xi'an


Het was Qin Shi Huang, de Qin-keizer, voorganger van de Han, die alle Chinezen rond 220 voor chr. in een rijk verenigde en die een langer durende erfenis achter liet. Hij schonk zichzelf een royale lijfwacht voor in zijn graf. Dit Terracotta Leger is nog steeds een van China’s grootste toeristische attracties. Vandaag zal je daar een bezoek aan brengen. Door de drukte heen zal je goed moeten kijken om te zien hoe uniek deze beelden zijn: geen een is er hetzelfde en ieder beeld heeft duidelijk zijn eigen karakter. Een unieke combinatie van grootheidswaan en verfijnde kunst.


Naast het Terracotta leger biedt Xi’ an nog volop monumenten uit een recenter vertelden. Klassiekers die in iedere Chinese stad thuishoren zijn de oude stadsmuren en de Bell Tower en de Drum Tower. Daarnaast tref je pagode’s aan en en de restanten van een grote Moslimwijk, inclusief moskeeën, omringd door resten van wat eens een grote bazaar was. Want ook in Xi’an geldt dat de vooruitgang zijn prijs heeft: heel veel van de oude stad heeft moeten wijken voor nieuwbouw en bredere wegen. 


Xi’an heeft wel ook interessante musea: het in een oude Confuciaanse tempel gehuisveste Beilin Museum en het imposante Shaanxi Historisch Museum. Als je tijd overhebt kan je ook nog en bezoek brengen an de enige boeddhistische tempel die hier in bedrijf is: de Daxingshan Si: klein maar fijn.


Dag 21  Xi'an - Beijing


Vandaag ben je nog in Xi’an om de vele bezienswaardigheden op je gemak te bezoeken. Xi’an is trouwens ook een uitstekende stad om kennis te maken met de klassieke Chinese keuken.


Halverwege de avond stap je maar weer eens op de trein. Naar Beijing, logisch eindpunt van deze reis.


Dag 22  Beijing


Rond een uur of negen ‘s ochtends kom je aan in Beijing. Je verblijft in een klassiek courtyard hotel, gelegen in de laatste resten hutongs die je kunt vinden.


Na daar neergestreken te zijn voert de weg al gauw naar het hart van de stad: het oude keizerlijk hof, de Verboden Stad, met zijn schier eindeloze reeks paviljoens en troonzalen. Het Nationaal Museum is voor het eerst in jaren sinds 2011 weer open. Het behandelt uitvoerig de geschiedenis van China, maar ook hier geldt: wat er niet te zien is, is vaak even interessant.


Aan de noordzijde van de Verboden Stad bevindt zich het Jingshan Park, waar veel inwoners van Beijing, vooral de ouderen overigens samenkomen, om muziek te maken, te zingen, te mahjongen of te dansen. Vooral aan het eind van de dag. Vanaf Prospect Hill heb je een mooi uitzicht over de Verboden Stad.


Aansluitend kan je verder zwerven door de hutongs. De hutongs zijn eigenlijk de restanten van de oude stad, zo zag de stad er vroeger helemaal uit. Smalle straten met veel kleine winkeltjes en restaurantjes. Nog niet zo heel lang geleden was hier nog niets bestraat, en waren er open riolen en onwelriekende publieke toiletten en badhuizen. Alles is echter gemoderniseerd, en wat u nu dus ziet is een gepolijste verzie van de hutongs van vroeger. Niettemin een van de meest interessante gedeeltes van de stad.


In dit deel van de stad vind je de Yonghegong Lama Tempel, een beroemde Tibetaans-boeddhistische tempel, één van de belangrijkste ter wereld. De oudste delen zijn vijfhonderd jaar oud. De tempel overleefde de Culturele Revolutie ternauwernood.


Aan de rand van de hutongs, niet ver van je hotel liggen de drie keizerlijke meren van Beijing. Hier is het ’s avonds een drukte van belang met flanerende Chinezen van jong tot oud. Ze worden hier naar toe getrokken door de vele restaurantjes en terrassen. 


Dag 23  Beijing


Je sluit de reis af met een essentië China-reiservaring: een bezoek aan de Chinese Muur. We hebben een minder toeristisch stuk van de muur uitgezocht waar u nog min of meer ongehinderd door toeristische attracties een uitgebreide wandeling over de muur kunt maken. Je wandelt over de muur bij Mutianyu, en geniet van het fraaie golvende berglandschap waarin de muur gedrapeerd lijkt.


Als er belangstelling voor is kunnen we ook nog een bezoek organiseren naar 798 Art District, gevestigd in een oud industrieel complex. Hier maak je kennis met de moderne Chinese kunstenaars en hun werk. Hoe werken ze, waar werken ze aan, hoe kunnen ze werken in een land waar vrijheid van meningsuiting niet vanzelfsprekend is? Dat is zeker interessant om te zien. Je kunt hier trouwens ook prima eten een een van de vele aanwezige restaurantjes. En misschien ook een mooie afsluiter in het meest moderne stukje China, na zo’n diepe duik in zijn geschiedenis.


Dag 24    Beijing - Amsterdam


In alle vroegte, kort naar middernacht, ben je al op het vliegveld: de reis zit er op. Nu nog de terugvlucht!