Dag 1 Amsterdam – Yerevan


‘s Avonds vertrek je vanaf Schiphol. Je komt pas diep in de nacht aan in Yerevan.


Dag 2, 3 en 4 Yerevan


De eerste drie dagen is Yerevan je uitvalsbasis. Het centrum van de stad is goed te belopen. In het midden ligt het Plein van de Republiek, met daaromheen overheidsgebouwen en musea. Het historisch museum vertelt de geschiedenis vanaf de prehistorie tot ruwweg 1900. De Nationale Galerie, in de Sovjettijd uitgegroeid tot het derde kunstmuseum van het land, biedt een prachtige collectie schilderijen, van een keur van Europese meesters, maar ook Armeense en Aziatische kunstvoorwerpen. 


Bijzonder is het Matenadaran, het museum waar zo’n 14.000 oude Armeense manuscripten worden bewaard. Weinig daarvan wordt tentoongesteld, maar evengoed wordt het je hier duidelijk hoe belangrijk de taal en het schrift zijn voor de Armeense cultuur. Er zijn nog veel meer musea in Yerevan, ook vele kleinere. Het meest bijzondere daarvan is de Ervand Kochar Galerie, gewijd aan een van de grootste Armeense kunstenaars van de negentiende eeuw.


Een andere plek waar je zeker even terecht zult komen, is de zogenaamde Cascade, de Waterval. Gelegen tegen een van de heuvels biedt deze kunstmatige waterval, uitgevoerd in massief communistisch beton, een prachtig uitzicht over de stad. Oorspronkelijk werd het in de jaren tachtig gebouwd als oorlogsmonument, maar het was nog niet af toen de Sovjetunie uit elkaar viel. Inmiddels wordt er hard aan gewerkt om het alsnog af te maken, en zal er ook een Museum voor Moderne Kunst gevestigd worden. De Waterval is sinds jaar en dag al een plek waar bij het vallen van de avond lokale jongeren zich verzamelen om te flirten en te flaneren.


Gezien de late aankomst midden in de nacht in Yerevan hebben we de eerste dag ter vrije besteding gehouden, en kan je dus op eigen tempo acclimatiseren en de stad verkennen.


De tweede en derde dag zullen we echter ook excursies maken. Daarbij brengen we meteen een bezoek aan ’s lands religieuze centrum: Echmiadzin. Deze kathedraal ligt een eind buiten Yerevan, en is de oudste van het land. De mythologie wil dat Gregorius de Verlichter, de brenger van het christendom in Armenië rond het jaar 300 na Christus, een visioen had over Christus die neerdaalde uit de hemel, en drie keer met een gouden hamer op de grond sloeg. Op deze plek verrees een gouden zuil, en daaruit ontstond de kathedraal. In de loop der eeuwen is er natuurlijk van alles veranderd in de kerk, maar de basis is nog hetzelfde als in den beginne. Het museum bergt vele khachkars, de voor Armenië zo typerende fraai gedecoreerde grafstenen. Die zal je op deze reis nog vaak tegenkomen. Ook in het museum vind je de lans waarmee Christus aan het kruis in zijn zij verwond zou zijn, alsook een stuk hout van de Ark van Noach. 


We zijn hier bewust op zondagochtend: dan vindt hier altijd een indrukwekkende hoogmis plaats, met een prachtige gezongen liturgie.


Na Echmiadzin rijd je verder naar Garni, waar je je het enige monument uit de Grieks-Romeinse periode aantreft, een soort van miniatuur-Parthenon. Het ligt temidden van prachtige groene valleien. Nog weer even verder, aan het eind van de vallei ligt het Geghard-klooster. Geghard betekent ‘speer’, en is vernoemd naar de speerpunt die je nu in het museum van Echmiadzin kunt zien. Het kloostercomplex ligt prachtig tegen de bergen aangevlijd. De kerk zelf ligt deels in een grot, wat bijdraagt aan de mystieke sfeer. Achter de kerk vind je een verzameling khachkars, waaronder een paar van de mooiste van het land. Als je het kloostercomplex in het weekend bezoekt, en dat is zo, dan loop je grote kans op een gezellige, maar plechtige drukte. Grote kans ook dat je kennis zult maken met Armeense religieuze gezangen.


Op de tweede dag maak je een excursie ten oosten van Yerevan. De provincie waar je nu heen reist heet Ararat, en niet ten onrechte. Waar je ook bent de berg Ararat is in het zuiden altijd prominent aanwezig. Deze uitgedoofde vulkaan die meer dan 5000 meter hoog is steekt hoog boven het landschap uit. Voor Armeniërs is de Ararat het nationale symbool. Ironisch genoeg ligt de Ararat in hedendaags Turkije, een land waar Armenië nog altijd zodanig overhoop ligt, dat de grenzen strak gesloten blijven. De Armeniërs kunnen hun nationale symbool dus altijd zien, nooit aanraken. Dat vereist immers een omweg door Iran of Georgië, ook niet de makkelijkste landen om doorheen te reizen. 


Het eerste klooster dat je vandaag bezoekt is Khor Virap. Letterlijk betekent dat ‘Diepe Kerker’. In deze diepe kerker werd Gregorius de Verlichter dertien jaar opgesloten. Je kunt deze kerker nog steeds bezoeken. Ook kan je hier duiven kopen om ze los te laten, zodat ze in vrijheid naar de berg Ararat kunnen vliegen. Een mooie gedachte maar in werkelijkheid zijn ze minder vrij en vliegen ze meteen terug naar het klooster. Khor Virap wordt druk bezocht. Een enkele keer kan je het hier ook meemaken dat er dierenoffers worden gebracht. Uniek binnen de christelijke traditie, en een verwijzing naar de hele vroege oorsprong van het Armeense Christendom.


Het tweede klooster dat je bezoekt is Noravank, het ‘Nieuwe Klooster’. Waar Khor Virap vooral vanwege zijn ligging, midden op een rots in de vlakte in de aanloop naar de berg Ararat, geliefd is, is Noravank beroemd vanwege zijn architectuur. Het complex ligt verscholen in een kloof, en dateert terug tot in de negende eeuw, toen hier een kerk werd gesticht ter ere van Johannes de Doper. De resten daarvan zijn nog te zien.


Dag 5 Yerevan – Alaverdi


Alaverdi is een typische sovjetstad die zijn bestaan dankt aan de kopermijnen in de omgeving. Een industriestad dus. Maar de wortels van de stad liggen diep in de geschiedenis. Je logeert echter een eindje uit de stad. Vlakbij liggen twee historische kloostercomplexen. Zowel Sanahin als Haghpat geniet een UNESCO-werelderfgoed-status. Beide kloosters dateren uit de tiende eeuw en werden gebouwd door koningin Khosrovanush. Je rijdt eerst naar Sanahin, om vervolgens een mooie wandeling door de heuvels te maken naar het Haghpat-klooster.


Dag 6 Alaverdi – Sevan


Vanuit Alaverdi rijd je naar een van de meest pittoreske stadjes van Armenië: Dilijan. In Sovjettijden was dit een florerend kuuroord. Maar ook daarvoor al getuige de vele negentiende eeuwse gebouwen. De stad doet nu nog behoorlijk vervallen aan, omdat het de ineenstorting van de Sovjetunie nog niet te boven is: met de Russen verdween ook het toerisme. 


Kronkelend door de bergen trekt het landschap ineens open wanneer je in de buurt van het uitgestrekte Sevan-meer komt. Meer dan honderd kilometer strekt het meer zich naar het zuidoosten uit. Ooit was dit meer nog groter. Grootscheepse irrigatiewerken, in de sovjettijd begonnen onder Stalin (en bedacht door dezelfde meneer Manasserian, die zich ook bezighield met het verlagen van de waterspiegel in het Aral-meer, resulterend in een ecologische ramp), hebben er toe geleid dat de spiegel van het water zo’n 17 meter is gedaald, met alle gevolgen van dien. Sinds de jaren tachtig probeert men de waterspiegel weer op het oorspronkelijke niveau te krijgen, wat maar zeer moeizaam lukt.


Evengoed ligt het meer er prachtig bij. In Sevan breng je een bezoek aan Sevanavank, het klooster van Sevan, dat vroeger op een eiland lag, nu op een schiereiland….


Dag 7 Sevan – Kapan  


Een mooie reisdag brengt je naar het zuiden van Armenië. Maar nog bij het Sevan-meer, bij het dorpje Noraduz, breng je een bezoek aan een van de meest bijzondere sites van Armenië, het ‘Veld der Khachkars’. Dit is een begraafplaats, waar op het oude gedeelte zo’n negenhonderd khachkars in rijen opengesteld staan. Het zijn niet allemaal grafstenen, maar soms ook gedenkstenen. De een nog mooier bewerkt dan de ander.


Via de Selimpas (2410 meter hoog), bereik je de Selim-karavanserai, een van de best bewaarde ter wereld. Een ideale plek om de reis te breken voor een picknick. De karavanserai is een langwerpig streng gebouw van basalt, en met maar een ingang. Binnen lijkt er sinds de veertiende eeuw niets veranderd te zijn. Verder naar het zuiden kom je door het schilderachtig gelegen Goris. Overnachten doe je in Kapan, een wat grotere stad, met betere accommodaties.


Dag 8 Kapan – Tabriz


Vandaag is het een spannende dag, je verlaat Armenië, en reist Iran binnen. Je visum is al voor de reis geregeld, dus dat is het probleem niet. Wel dat er hier maar heel weinig toeristen de grens passeren, en dat het daarom wel even kan duren. Maar je zult je niet vervelen, want de grensovergang wordt druk gebruikt door Armeniërs en Iraniërs. Op zich al de moeite waard om te zien wat hier zoal aan handel de grens overgaat, in auto’s, handkarren, of gewoon met een zak goederen lopend op de rug. Hier gaat vast niet alles even legaal aan toe. 


In Iran aangekomen, ga je meteen op zoek naar sporen van het Armeense verleden. Even buiten Jolfa, het stadje aan de grens, ligt een oude Armeense kerk. Het zal er om hangen of je die mag bezoeken. Hij ligt zo dicht bij de grens dat het maar de vraag is of je toestemming krijgt om er heen te gaan. 


Hoe dan ook, later op de dag rijdt je door naar Tabriz, een van de grootste steden van noord Iran. Hoewel noord Iran nog wel wat anders is als centraal Iran, zal je hier in Tabriz toch echt het gevoel hebben in een andere wereld te zijn terecht gekomen. Het is een grote universiteitsstad, met een drukke souk en kleurrijk leven op straat.


Dag 9 Tabriz


Na al die reisdagen is het goed eens halt te houden. Ga er zelf op uit om de stad te verkennen. Er is een Armeense kerk, voor wie daar nog niet genoeg van heeft, maar misschien is beter je te verdiepen in de islamitische cultuurschatten. In Tabriz tref je de prachtige Masjed-e Kabud aan, de Blauwe Moskee. Hier maak je kennis met de fraaie kunst van de mozaïeken, die in heel Iran de moskeeën rijkelijk versieren. De Bagh-e Melli, een mooi aangelegde tuin met een grote vijver waar je, samen met Iraanse families, even kunt uitblazen, ligt in het oostelijke gedeelte van de stad. 


Dag 10 Tabriz – Takab 


Vanuit Tabriz reis je naar het zuiden en kom je zo langzaam maar zeker Koerdisch gebied binnen. In Kandovan maak je een tussenstop. Dit dorpje ligt pittoresk in een soort van tufstenen landschap, vergelijkbaar met Cappadocië in Turkije. Hier treft je het Iraanse leven in zijn meest eenvoudige vorm aan.


Voor je in Takab aankomt breng je een bezoek aan het bijzondere Takht e-Suleyman, de troon van Salomon. Dit was ooit een van de allerbelangrijkste Zoroastrische heiligdommen. De overlevering wil dat Zarathustra, de grondlegger van het Zoroastrisme hier geboren zou zijn. In de tempel hier, gelegen aan de rand van een kratermeer, werd een van de drie heilige vuren brandend gehouden. Nu is dit een prachtige plek om aan het eind van de dag te bezoeken, en, als je daar zin in hebt, een wandeling door de grazige graslanden te maken naar een nabijgelegen dorpje.


Takab is het eerste Koerdische stadje dat je zult bezoeken. Het is een centrum voor de Koerdische boeren uit de wijde omgeving, die hier hun producten komen verhandelen.


De provincie heet hier echter nog geen Koerdistan, maar de wijde broeken van de mannen, en hun zwart-witte hoofddoeken verraden hen. In Takab logeer je in een eenvoudig hotelletje. ’s Avonds is het prettig flaneren door het ietwat schaars verlichte centrum van Takab.


Dag 11 Takab – Urumieh


Helaas gaat de reis niet verder Iran en Koerdistan in, maar keren we om richting Turkije. Al gauw krijg je het enorme Urumieh-meer in het vizier. Deze reis had ook de ‘Drie-meren-reis’ kunnen heten, want samen met het Sevan-meer en het Van-meer begrenst het Urumieh-meer het gebied dat eens in zijn totaliteit Armenië was. 


Onderweg breng je een bezoek aan de grotten van Saholan, waar je in een bootje over een ondergronds meer vaart. 


Aan de zuidkust van het Urumieh-meer ligt de opgraving van Hasanlu, een plaats uit de ijzertijd, die zijn rijkdom te danken had aan zijn strategische ligging aan een doorgang in het Zagrosgebergte, halverwege Anatolië en Mesopotamië. Hier zijn inmiddels prachtige voorwerpen gevonden, sinds Sir Aurel Stein halverwege de vorige eeuw hier de opgravingen startte. Veel van die schatten, waaronder een prachtige gouden schaal, liggen tentoongesteld in de musea van Teheran.


Dag 12 Urumieh


Urumieh, de hoofdstad van de provincie West-Azerbaidzjan, is een relaxte plek om op eigen gelegenheid te verkennen. Er zijn diverse musea, gewijd aan de lange geschiedenis van de stad en de regio. Mocht daar behoefte aan zijn, dan is het ook mogelijk om ter plekke een tochtje per boot over het meer te organiseren.


Dag 13 Urumieh – Maku


Op weg naar Turkije kom je weer eens terecht bij een van oorsprong Armeense kerk. Deze ‘Zwarte Kerk’, zoals hij genoemd wordt is gewijd aan de heilige Thaddeus, een van de twaalf apostelen, en een van de aartsvaders van het Armeense christendom. Hij leefde in de eerste eeuw na Christus, en in die tijd is deze kerk ook gesticht, zegt de . In het Islamitische Iran functioneert de kerk maar op een laag pitje: er is maar een keer per jaar een dienst, op 1 juli. De huidige kerk dateert uit de tiende eeuw en later en is opgetrokken uit zandsteen.


Zo’n twintig kilometer voor de grens met Turkije ligt Maku, je laatste pleisterplaats in Iran. Als de tijd het toestaat breng je een bezoek aan Kakh Muzeh Maku, een buitenhuis van een lid van de familie der Qajaren, de heersers van Iran eind negentiende eeuw, Mozaffar al-Din Shah Qajar. Hij schreef mee aan de Iraanse grondwet van begin vorige eeuw, en wordt bovendien gezien als een van de grondleggers van de Iraanse cinema.


Dag 14 Maku – Kars


De laatste bezienswaardigheid in Iran is het Bagcheh Joogh Paleis. Ook dit paleis dateert uit de tijd der Qajaren, en herbergt nu een museum. Het paleis wordt omringd door een grote tuin.


De formaliteiten aan de grens met Turkije zouden niet al te ingewikkeld moeten zijn, maar dat weet je nooit zeker, we trekken er dus maar tijd voor uit. Je zit nu aan de zuidkant van de Ararat, en rijd door naar Kars aan de westkant. Nu weet je waarom deze reis ook ‘Rond de Ararat’ zou kunnen heten. Het landschap in Turkije is niet zo heel anders dan in Noord-Iran. Kars zelf, ook bekend uit een van de laatste boeken van Orhan Pamuk, is een boerenstad, met een kosmopolitisch verleden. Ooit waren de Russen hier heer en meester, wat nog altijd te zien is aan de houten architectuur. Ooit was dit ook een drukke handelsstad, toen de grenzen nog open waren, en je door kon reizen naar Armenië en Baku, Azerbaidzjan.


Dag 15 Kars


Maar het verleden van Kars reikt verder terug, ooit lag hier vlakbij de stad Ani. Ani was de hoofdstad van het middeleeuwse Armenië, dat zich toen tot diep in het huidige Turkije uitstrekte. Het was een handelspost op de zijderoute tussen de Middellandse en de Kaspische Zee. In die tijd was het een grote stad met rond de 150.000 inwoners. De stad was omringd met een imposante stadsmuur, met imposante hoektorens. Binnen de stad waren de nauwe straatjes gevuld met winkels en woonhuizen. Daar is niets meer van over. Wel van de stadsmuren, de burcht en de grote kerken. Al met al is het een prachtige site. De burcht is echter niet toegankelijk: de rivier Akhurian vormt hier de grens met Armenië, en het Turkse leger moet dus vanuit de burcht een oogje in het zeil houden. Andersom is het trouwens niet anders: aan de overkant van de rivier ligt wat de sovjets ‘Kamp Sacharov’ noemden, en vandaar uit hielden zij de Turken in de gaten. Ongetwijfeld doen de Armeniërs dat nu ook.


Dag 16 Kars – Van


Je keert weer een stukje op je schreden terug, en rijd weer zuidwaarts langs de Ararat. In de loop van de dag bereik je Dogubeyazit, waar je een stop maakt om een bezoek te brengen aan het spectaculair gelegen Ishak Pasha Paleis. Niet veel later krijg je het uitgestrekte Van-meer in het vizier. De stad Van zelf, hoewel ooit Armeens, is nu overduidelijk een voornamelijk Koerdische stad geworden. De winkelstraten worden echter niet alleen bevolkt door Koerden, maar ook door Iraniërs, die hier van alles komen kopen en verkopen. Dat geeft de stad een wereldse uitstraling, ondanks zijn ogenschijnlijk geïsoleerde ligging in een uithoek van Turkije.


Dag 17 en 18 Van


Er is veel te zien in en om Van. Je zult hier dus ook weer niet stil zitten. Op de eerste dag hier maak je een uitstap richting grensgebied met Irak en Iran. Om te beginnen breng je een bezoek aan de site van Cavustepe. Cavustepe was een van de grote steden van het rijk van Urartu, dat rond 800 voor Christus zich uitstrekte van het centraal Anatolië tot in hedendaags Armenië. In Cavustepe stond een groot kasteel van de koningen van Urartu, maar daar is niet veel meer van over. Dit is typisch zo’n site waar je veel verbeeldingsvermogen voor nodig hebt. 


De burcht van Hosap laat een duidelijker indruk na, al was het maar vanwege zijn spectaculaire ligging boven op een boven het landschap uittorenende rots. De burcht werd omstreeks 1640 gebouwd door San Süleyman Mahmudi. Het is slechts een van de vele burchten in de omgeving.


‘s Avonds heb je weer volop tijd om rond te slenteren door de stad, en misschien ook om de lokale burcht te bezoeken, van waaruit je bij zonsondergang prachtig zicht hebt op het Van-meer. 


De volgende dag ga je nog het meer op. Met een bootje ga je naar het eiland Akhdamar. Hier vind je de Armeense Heilige Kruis-kerk, fraai gedecoreerd met bijbelse taferelen. De lokatie alleen al is prachtig. Hier neem je afscheid van het Armeense culturele erfgoed, waar je deze reis zoveel van hebt gezien.


 Dag 19 Van – Amsterdam


Vanuit Van vlieg je naar Ankara, de hoofdstad van hedendaags Turkije, waar je zult overstappen op de vlucht via Wenen naar Amsterdam.